Otavalo

24 november 2018 - Otavalo, Ecuador

Otavalo

Hoewel Ibarra de hoofdstad van de provincie is, gaat toeristisch gezien de meeste aandacht uit naar het 25.000 inwoners tellende Otavalo. Deze stad vormt het commerciële centrum van de economisch succesvolle Otavaleños, een indianenvolk dat al het mogelijke doet om z'n cultuur te behouden. Het merendeel van de inwoners van Otavalo zijn blanken en mestiezen. De meeste indianen leven in kleine dorpjes of comunidades in de omgeving. De voornaamste trekpleister van de Otavalo is de 'wereldberoemde' zaterdagmarkt, waar op de Plaza de Ponchos allerlei door toeristen gewilde artikelen worden verkocht. Otavalo en omgeving hebben echter nog meer te bieden. In het kielzog van de markt leiden allerlei peñas (cafés met live indiaanse muziek) een bloeiend bestaan en de schitterende omgeving biedt volop mogelijkheden voor tochten te voet, per mountainbike of te paard. Otavalo heeft een aantal pleinen, waarvan het plein aan Sucre y Montalvo het belangrijkste is. Aan de noordzijde staat een moderne kerk met rode bakstenen en witte voegen die uit de Efteling lijkt te zijn weggehaald. Daarvoor staat een beeld van de indiaanse leider Rumiñahui. Het tekent de verhoudingen tussen de verschillende bevolkingsgroepen, dat rond het jaar 2000 opnieuw een discussie oplaaide over het vervangen van het beeld van Rumiñahui (de verzetsheld van het indiaanse volksdeel door een beeld van Simon Bolívar (de vader des vaderlands an de mestiezen en blanken). Het zeg ook wel wat over de 'macht' van de Otavalo-indianen dat de buste van Rumiñahui nog steeds op z'n sokkel staat en de discussie inmiddels weer is verstomd.

Stadsplein van Otavalo met het beeld van Rumiñahui

Tijdens de marktdag is het Plaza de Ponchos het toeristische middelpunt van de stad. Op dit plein staan betonnen 'parasols' waaronder de wevers hun wandkleden (tapices), vesten en truien (chompas of sacos), sjerpen (fajas) en andere producten uitstallen. Vanwege het grote aantallen toeristen komen ook ambachtslieden uit verder weg gelegen dorpen naar de markt om hun waar te verkopen. De bekendste houtsnijders van San Antonio de Ibarra en de leerbewerkers van Cotacachi.

Veel handelaren gaan er vanuit dat toeristen willen afdingen en passen daar hun beginprijs op aan. Doorgaans ligt de bodemprijs voor een artikel 20% lager dan de eerste prijs die wordt genoemd. Als zijn de prijzen voor Nederlandse begrippen laag, afdingen is een goede zaak. Handelaren vragen bewust te veel en iemand die niet af probeert te dingen, laat zien dat niet te begrijpen. Door af te dingen op een redelijke manier laat je zien hun handelswijze te kennen en hun geld te respecteren. Daarvoor krijg je een stukje respect terug.

Behalve de gewone markt (feria), vindt 's ochtends in alle vroegte een dierenmarkt plaats aan de overkant van de pan-Amerikaase snelweg. Het leuke aan deze markt is de kleinschaligheid en authenticiteit. Meer dan de helft van de mensen zijn indianen in klederdracht. Sommigen zeulen een weerbarstig varken mee, anderen lopen aan een groep schapen te trekken. Aan de zijkant van de markt staan stalletjes waar eten wordt verkocht. De veemarkt begint 's ochtends om ongeveer 5:00 uur en duurt tot circa 8:00 uur. De markt voor kleine huisdieren - ook wel caviamarkt genoemd - vindt plaats lang E. Mora tussen Av. Atahualpa en Av. Roca.


Otavaleños

Het succes van de Otavaleños heeft een lange historie. Ver voordat de Inca's Ecuador veroverden, werd in de Imbabura-regio al textiel vervaardigd door de Caras (de voorouders van de huidige bewoners). De stoffen werden toen gebruikt voor ruilhandel met junglevolkeren. De verovering door de Inca's bracht veel nieuwe cultuurinvloeden. Vooral door de mitimaes raakten de cultuurwaarden van de Inca's in korte tijd sterk verweven met de cultuur van de Caras. Behalve een andere cultuur en een nieuwe taal - het Chibcha werd vervangen door Quechua - brachten de Inca's ook lama's en alpaca's mee. Voor de Caras betekende dit een nieuwe eiwitbron en een nieuwe soort wol om textiel te maken. De invloeden van de Inca's waren groot, die van de Spanjaarden nog groter. Met hun uitbuitersmentaliteit dwongen zij de indianen om voor een appel een ei stoffen voor hen te produceren. Dit gebeurde via een slavernijsysteem met de naam Huasipungo. Pas in 1964 werd dit systeem officieel afgeschaft.

Het huidige succesverhaal begon in 1917, toen een wever uit Peguche begon met het imiteren van Schotse tweeds en daar goede zaken mee deed. Andere ontwikkelingslanden hebben nu met geautomatiseerde productieprocessen de fabricage van dergelijke stoffen overgenomen, maar de Otavaleños hebben door overschakeling op nieuwe producten hun industrie in stand kunnen behouden. De betrekkelijke economische welstand heeft de Otavaleños meerdere voorrechten gegeven. Hoewel op de meeste plaatsen in de Sierra de indianen nog steeds marginale akkers op de berghellingen bewerken, hebben de Otavaleños het vruchtbare land in de dalen van de haciënda-eigenaars terug kunnen kopen. Door de waardering die ze oogsten, kunnen ze makkelijker dan andere indianen hun eigen cultuur handhaven. Alle indianenstammen hebben hun eigen klederdracht, maar geen enkele is zo bekend als die van de Otavaleños. Een ander voorbeeld is dat de Otavaleños voor elkaar hebben gekregen, dat de mannen die worden opgeroepen voor militaire dienstplicht hun paardenstaart mogen houden. Alle andere dienstplichtigen worden gemillimeterd.

Om een idee te krijgen van de klederdracht zie hieronder twee afbeeldingen. De vrouwen hebben om hun nek kettingen van goudkleurig glas (hualca). Om hun polsen dragen ze armbanden (maqui huatana) van rood koraal op op koraal gelijkende kralen. Op hun hoofd dragen ze een blauwwitte katoenen hoofddoek (huma huatarina). Een geborduurde witte blouse en een zwarte rok (anacu) komen daaronder. Om het middel dragen ze katoenen ceinturen (fajas). Het nuttigste kledingstuk is de schouderdoek (fachalina). Hierin wordt werkelijk alles gedragen: van kratten tot kinderen en van boodschappen tot schapen. Zowel mannen als vrouwen dragen katoenen sandalen met zolen van agavevezels (alpargatas). De mannen dragen afgezien van hun paardenstaart en vilthoed een wit hemd, een witte broek en een donkere poncho.

http://otavalo.travel/en/

Foto’s